Hoeveel BHV’ers moet een bedrijf hebben?

Artikel 3 lid 1 sub e Arbeidsomstandighedenwet  stelt dat een werkgever een veiligheids- en gezondheidsbeleid moet voeren, waarbij hij in acht neemt dat: “doeltreffende maatregelen worden getroffen op het gebied van de eerste hulp bij ongevallen, de brandbestrijding en de evacuatie van werknemers en andere aanwezige personen en doeltreffende verbindingen worden onderhouden met de desbetreffende externe hulpverleningsorganisaties”.

Artikel 15 Arbeidsomstandighedenwet geeft aan dat de werkgever zich ten aanzien van de naleving van zijn verplichtingen op grond van artikel 3 lid 1 e dient te laten bijstaan door een of meer werknemers die door hem zijn aangewezen als bedrijfshulpverleners.
Het verlenen van de bijstand houdt in elk geval in:
a. het verlenen van eerste hulp bij ongevallen;
b. het beperken en het bestrijden van brand en het beperken van de gevolgen van ongevallen;
c. het in noodsituaties alarmeren en evacueren van alle werknemers en andere personen in het bedrijf of de inrichting.
De bedrijfshulpverleners dienen te beschikken over een zodanige opleiding en uitrusting, en zijn zodanig in aantal en zodanig georganiseerd dat zij deze taken naar behoren kunnen vervullen.

Het aantal BHV-ers is dus niet (meer) bij wet bepaald. Het aantal is afhankelijk van de risico’s van het individuele bedrijf. Met een Risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E) dienen de bedrijfsrisico’s in kaart te worden gebracht, evenals de noodzakelijke begeleiding in geval van incidenten. Dit vormt de basis om het aantal BHV-ers vast te stellen.
In ieder geval dient iedere werkdag minimaal één BHV-er snel ter plaatse te kunnen zijn.